U bent hier: Home / Nieuws / Luchtkwaliteit in 2021: eerste voorlopige cijfers

Luchtkwaliteit in 2021: eerste voorlopige cijfers

Inleiding

In deze eerste, voorlopige, analyse bespreken we de luchtkwaliteit het afgelopen jaar op basis van het verloop van drie polluenten: stikstofdioxide (NO2), fijn stof en ozon (O3).

Stikstofdioxide (NO2)

Stikstofdioxide is een typische verkeersgerelateerde polluent. Op plaatsen met veel verkeer is er een directe link tussen de NO2 concentraties en het lokale (diesel)verkeer.
Net als in 2020 had de coronacrisis impact op het autoverkeer. Dit wordt geïllustreerd via de volgende figuur:

 

De figuur toont het aantal voertuigen per maand, relatief ten opzichte van het gemiddelde in de pre-corona maanden januari en februari 2020, dat dagelijks voorbij het drukke kruispunt Kunst-Wet te Brussel rijdt in 2020 en 2021 (databron: https://mobilite-mobiliteit.brussels/nl). De coronacrisis zorgde in de eerste helft van 2021 nog steeds voor minder autoverkeer maar evolueerde in de tweede jaarhelft naar (bijna) het niveau van voor de corona pandemie. De impact van de coronamaatregelen op de automobiliteit was in 2021 globaal wel kleiner dan in 2020.

In de onderstaande figuur worden de maandgemiddelde NO2 concentraties (periode 2017-2021) weergegeven zoals gemeten aan hetzelfde kruispunt Kunst-Wet (meetplaats 41B001).

 

In de periode 2017-2019 zijn er, op enkele uitzonderingen na, geen grote verschillen  tussen de concentraties wanneer dezelfde maanden vergeleken worden. De maandgemiddelde concentraties zijn in 2017-2019 ook geen enkele maand lager dan de Europese jaargrens[1] van 40 µg/m³. Net zoals in 2020 zijn de concentraties in 2021 lager. Het jaargemiddelde in het station aan Kunst-Wet in 2021 bedraagt 38 µg/m³ (situatie op 28 december, maar dit zal nog nauwelijks veranderen). De jaargemiddelde concentratie in 2021 is 2 µg/m³ hoger dan in 2020, maar gevoelig lager dan in de pre-corona periode. Op één van de drukste kruispunten in Brussel wordt de Europese jaargrenswaarde in 2021 voor NO2 voor het tweede opeenvolgende jaar gehaald. Ook op de andere (verkeers)drukke meetplaatsen in het land zijn de jaargemiddelde NO2  concentraties enkele microgrammen hoger dan in 2020, maar (veel) lager vergeleken met de jaren voor de coronacrisis.
Net als in 2020 had de coronacrisis dus een (positieve) impact op de verkeersgerelateerde luchtvervuiling. Ook de verdere emissiedalingen van NOx (stikstofoxides) van het wegverkeer (door introductie EURO6d, lage emissiezones) en (mogelijk ook) de weersomstandigheden hadden een positief effect. Het afzonderlijke effect van de coronacrisis, de autonome daling van de NOx-emissies en het weer is echter moeilijk te bepalen.

De Europese grenswaarde werd in de automatische meetstations nergens overschreden[2]. Of de Europese NO2 jaar grenswaarde van 40 µg/m³ ook in “streetcanyons” (straten omgeven  door hoge bebouwing) in de grote steden en langs drukke verkeerswegen overal in België wordt gerespecteerd is op dit moment nog niet duidelijk. In Antwerpen en Gent worden op een aantal van deze plaatsen ook met “passieve samplers” metingen uitgevoerd. Met passieve samplers kan de tweewekelijkse gemiddelde NO2 concentratie gemeten worden. De meetresultaten hiervoor zijn echter nog niet voor het ganse jaar 2021 beschikbaar omdat het geen automatische metingen betreft. Verder wordt met hoge ruimtelijke resolutiemodellen de luchtkwaliteit beoordeeld op plaatsen waar niet gemeten wordt. Modelresultaten voor 2021 zijn beschikbaar in de zomer/najaar van 2022. Alhoewel het op dit moment dus nog niet duidelijk is of de Europese grens voor NO2 op alle plaatsen wordt gehaald, zijn de NO2 concentraties in 2021 opnieuw lager vergeleken met de pre-corona periode.

In september 2021 werd de WHO-jaaradvieswaarde voor NO2 (gevoelig) verlaagd van 40 naar 10 µg/m³. Er werd ook een dagadvieswaarde van 25 µg/m³ ingevoerd. De strengere jaaradvieswaarde wordt enkel in de meest landelijke meetstations in Vlaanderen en ten zuiden van de Samber- en Maasvallei gehaald. De (zeer) strenge dagadvieswaarde wordt alleen gehaald in landelijke meetstations in de Ardennen.

Tabel met overschrijdingen NO2: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/stikstofdioxide/overschrijdingen

Fijn stof

De Europese jaargrenswaarden voor PM10 (40 µg/m³) en PM2.5 (25 µg/m³) worden op alle meetplaatsen gerespecteerd. PM10 is fijn stof met een diameter kleiner dan 10 micrometer. PM2.5 is de nog kleinere fractie met een diameter van 2.5 micrometer.

Voor het achtste jaar op rij wordt de Europese daggrenswaarde voor fijn stof (PM10) gehaald in Vlaanderen en Brussel. De Europese daggrens voor fijn stof bedraagt 50 µg/m³ (daggemiddelde concentratie). Deze grens mag niet meer dan 35 dagen overschreden worden. In Wallonië wordt de daggrens voor het zevende jaar op rij gerespecteerd. Op de meeste plaatsen (49 van de 78) werden er evenveel als of minder overschrijdingsdagen gemeten dan in 2020, op 29 meetplaatsen waren er meer overschrijdingsdagen.

Over een langere periode zijn zowel de jaargemiddelde concentraties als het aantal dagoverschrijdingen gedaald. Tussen 2014 en 2018 was er eerder een stagnatie met in 2019 en 2020 opnieuw een daling. In 2021 stegen de jaargemiddelde fijnstofconcentraties (PM2.5) opnieuw. Dat wordt geïllustreerd in de onderstaande figuur waar de maandgemiddelde concentraties op basis van de metingen in 4 stedelijke achtergrondmeetplaatsen (Gent, Antwerpen, Brussel en Charleroi) worden getoond tussen 2009 en 2021.


Uit de analyse van de lockdown vorig jaar (periode maart-mei 2020) bleek dat de fijnstofconcentraties minder worden beïnvloed door de coronamaatregelen. Fijn stof heeft (veel) meer bronnen dan alleen het wegverkeer. Ook de industrie, de huishoudens en de landbouw zijn belangrijke bronnen van fijn stof. Deze sectoren zijn minder getroffen door de coronacrisis. Mogelijk zijn de ongunstige meteorologische omstandigheden in de lente (koud) en herfst (droog en windstil) een verklaring voor de hogere fijnstofconcentraties in 2021 in vergelijking met 2020.

De Europese grenswaarden voor fijn stof worden dus al een aantal jaren gerespecteerd.

Ook voor fijn stof verstrengde de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) in september 2021 de gezondheidsnormen. De jaaradvieswaarde voor PM2.5 werd verlaagd van 10 naar 5 µg/m³. Deze jaaradvieswaarde wordt alleen bereikt in 3 zeer landelijke meetplaatsen in de Ardennen. De (zeer) strenge WGO-dagadvieswaarde voor PM2.5 van 15 µg/m³, die nog maximaal 3 à 4 dagen per jaar mag overschreden worden, wordt nergens in het land gehaald.

Tabel met overschrijdingen fijn stof: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/fijnstof/overschrijdingen

Ozon (O3)

Er waren in 2021 geen ozondagen. Een ozondag is een dag met op minstens één meetplaats in België een overschrijding van de Europese ozoninformatiedrempel van 180 µg/m³. 2021 was dan ook een uitzonderlijk ozonjaar: nog nooit sinds de start van de ozonmetingen in 1978 waren en jaren zonder ozondagen. De belangrijkste reden was de regenachtige zomer zonder hittegolven. Hoge ozonconcentraties komen immers voor op warme en zonnige zomerdagen.

Naast het weer zorgt de daling, op Europese schaal, van de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische componenten (VOC) de laatste decennia voor minder en minder intense ozonpieken. Het aantal  ozondagen en de intensiteit van de ozonpieken neemt, bij vergelijkbare (en zelfs ongunstigere) weersomstandigheden, daardoor af .

De ozonstreefwaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens (EU richtlijn 2008/50) is 120 µg/m³ als hoogste 8-uurgemiddelde van een dag. Deze streefwaarde mag, gemiddeld over een periode van 3 jaar, niet meer dan 25 dagen overschreden worden. Door het lage aantal dagen met een hoogste 8-uurgemiddelde ozonconcentratie hoger dan 120 µg/m³ in 2021, bleef het 3-jaargemiddelde in de periode 2019-2021 op alle meetplaatsen onder de 25 dagen.

De advieswaarde van de WGO bedraagt 100 µg/m³ als hoogste 8-uurgemiddelde van een dag en mag per jaar slechts 3 tot 4 keer overschreden worden. Nergens in België wordt deze advieswaarde gehaald, ook niet in milde zomers als 2021.

Tabel met aantal ozondagen per maand sinds 1979: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/ozon/historiek/ozondagen/overzicht-sinds-1979/view

Meer info

Dit overzicht geeft op basis van de (nog niet volledig gevalideerde) meetresultaten van fijn stof, stikstofdioxide en ozon een eerste (beperkte) analyse van de luchtkwaliteit in 2021. Een uitgebreide bespreking van de luchtkwaliteit in 2021 zal beschikbaar zijn in de loop van 2022. Ook de drie gewesten publiceren dan rapporten en/of indicatoren met meer informatie, ook voor andere dan de hierboven beschreven polluenten.

Meer info over de trends van luchtvervuiling in België, zie jaarrapport luchtkwaliteit in België 2019: https://www.irceline.be/nl/documentatie/publicaties/jaarrapporten/jaarrapport-luchkwaliteit-in-belgie-2019/view

De evolutie van de luchtkwaliteit in Vlaanderen (VMM): https://www.vmm.be/lucht/evolutie-luchtkwaliteit



[1] Ter info: de metingen op het kruispunt "Kunst-Wet" zijn representatief voor de onmiddellijke omgeving rond het meetstation, maar zijn niet representatief voor de globale blootstelling van de Brusselse bevolking. De inplantingsplaats van dit station voldoet niet aan de voorwaarden zoals opgelegd door de Europese richtlijn 2008/50, waardoor ze niet gebruikt worden voor de beoordeling van de luchtkwaliteit in Brussel.

[2] In het meetstation in de Van Maerlantstraat te Antwerpen werd 44 µg/m³ gemeten maar waren minder dan 90% geldige uurwaarden beschikbaar. Dit is volgende EU regelgeving te weinig om te beoordelen of de grenswaarde overschreden werd.