U bent hier: Home / Nieuws / De luchtkwaliteit in 2023: voorlopige cijfers

De luchtkwaliteit in 2023: voorlopige cijfers

Inleiding

Deze analyse geeft een eerste voorlopige inschatting van de luchtkwaliteit in 2023 op basis van het verloop van drie polluenten: stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM2.5) en ozon (O3).

Stikstofdioxide (NO2)

Stikstofdioxide is een typische verkeersgerelateerde polluent. Op plaatsen met veel verkeer is er een directe link tussen de NO2 concentraties en het lokale (diesel)verkeer.

In de onderstaande figuur worden de jaargemiddelde NO2 concentraties van de laatste 15 jaar (2009-2023) weergegeven en dit voor 4 stedelijke achtergrondlocaties in Antwerpen, Gent, Brussel en Charleroi. Stedelijke achtergrondmeetplaatsen zijn meetplaatsen waar de luchtkwaliteit niet bepaald wordt door bronnen in de onmiddellijke omgeving maar door alle bronnen in de ruime omgeving van de meetplaats. De gemeten concentraties op stedelijke achtergrondplaatsen geven een goed beeld van de gemiddelde blootstelling van de stedelijke bevolking aan luchtvervuiling.

 

Na een stagnatie tussen 2009 en 2013 dalen de NO2 concentraties. De impact van de coronacrisis is duidelijk te zien aan de knik in 2020. Na het eerste coronajaar 2020 stegen de concentraties in 2021 en 2022. In 2023 daalden de NO2 concentraties opnieuw. Opvallend is dat de concentraties zelfs lager zijn dan in het coronajaar 2020. De NO2 concentraties waren in de selectie van 4 Belgische steden (gemiddeld) nooit zo laag als in 2023 en zijn zowat 50% lager dan 15 jaar geleden. Ook op bijna alle andere meetplaatsen waren de NO2 concentraties nooit zo laag als in 2023. Hiervoor zijn een aantal verklaringen:

-  Strengere emissienormen voor personenwagens en de ontdieseling van het wagenpark. Dieselwagens stoten meer stikstofoxides uit dan benzinewagens.
-  De laatste generatie moderne dieselwagens (EURO6d) stoten gevoelig minder NOx uit. Dit is het gevolg van de invoering van “real-driving” uitstoottesten waarbij wagens ook in realistische rijomstandigheden op de baan en niet meer alleen in het labo worden getest. De uitstoot van een EURO6d diesel wagen is (gemiddeld) wel nog altijd hoger dan van een vergelijkbare benzine wagen[1].   
-  De introductie van lage emissiezones in een aantal steden waardoor de oudste en meest vervuilende wagens worden gebannen.
-  Specifiek voor 2023 het natte voor- en najaar en de sombere en natte maanden juli en augustus wat zorgde voor globaal (zeer) gunstige weersomstandigheden voor de luchtkwaliteit (bij “slecht” weer zoals regen en wind wordt de luchtvervuiling goed verdund met lagere concentraties in de lucht tot gevolg).

Het is op dit moment nog niet duidelijk welke factor - de verdere emissiedalingen van stikstofoxides of de gunstige meteorologische omstandigheden - de belangrijkste was.

De Europese grenswaarde van 40 µg/m³ werd in de automatische meetstations nergens overschreden in 2023. Of de Europese NO2 jaar grenswaarde ook in “streetcanyons” (straten omgeven  door hoge bebouwing) in de grote steden en langs drukke verkeerswegen overal in België wordt gerespecteerd is op dit moment nog niet duidelijk. In Antwerpen, Gent en Brussel worden op een aantal verkeersdrukke plaatsen ook met “passieve samplers” metingen uitgevoerd. Met passieve samplers kan de tweewekelijkse gemiddelde NO2 concentratie gemeten worden. De meetresultaten hiervoor zijn echter nog niet voor het ganse jaar 2023 beschikbaar omdat het geen automatische metingen betreft. Verder wordt met hoge ruimtelijke resolutiemodellen de luchtkwaliteit beoordeeld op plaatsen waar niet gemeten wordt. Modelresultaten voor 2023 zijn beschikbaar in de zomer/najaar van 2024.

De strengere jaaradvieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), 10 µg/m³, wordt enkel in de meest landelijke meetstations in Vlaanderen en ten zuiden van de Samber- en Maasvallei gehaald. De (zeer) strenge WGO-dagadvieswaarde (25 µg/m³) wordt alleen gehaald in landelijke meetstations in de Ardennen.

Momenteel wordt er tussen de Europese commissie, het Europese parlement en de Europese raad gediscussieerd over het voorstel van de Europese commissie (uit oktober 2022) voor een nieuwe luchtkwaliteitsrichtlijn met strengere grenswaarden (tegen 2030) vergeleken met de huidige richtlijn uit 2008. Een akkoord tussen de Europese medewetgevers wordt verwacht in het eerste trimester van 2024. Hoogstwaarschijnlijk wordt de NO2-jaargrens verlaagd tot 20 µg/m³. Er zullen extra inspanningen nodig zijn om deze grens ook op drukke verkeerslocaties te halen.

Tabel met overschrijdingen stikstofdioxide: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/stikstofdioxide/overschrijdingen

Fijn stof

De Europese jaargrenswaarden voor PM10 (40 µg/m³) en PM2.5 (25 µg/m³) worden op alle meetplaatsen al geruime tijd gerespecteerd. PM10 is fijn stof met een diameter kleiner dan 10 micrometer. PM2.5 is de nog kleinere fractie met een diameter van 2.5 micrometer.

De Europese daggrens voor PM10 bedraagt 50 µg/m³ (daggemiddelde concentratie). Deze grens mag niet meer dan 35 dagen overschreden worden. De daggrens wordt gehaald sinds 2014 (Vlaanderen en Brussel) en 2015 (Wallonië) met 2022 als uitzondering toen er twee lokale overschrijdingen waren in een meetstation in het Vlaamse en Waalse gewest. In 2023 werd de daggrens opnieuw op geen enkele meetplaats overschreden. Het hoogste aantal gemeten overschrijdingen van de daggrens was 10 (op 3 meetplaatsen). In zowat de helft van de meetstations werd het laagste aantal overschrijdingen van de Europese daggrens gemeten sinds 2005.

Over een langere periode zijn de jaargemiddelde concentraties gedaald, met een stagnatie tussen 2020 en 2022. Dit wordt geïllustreerd in de onderstaande figuur met de jaargemiddelde concentraties (PM2.5) op basis van de metingen in 4 stedelijke achtergrondmeetplaatsen (Gent, Antwerpen, Brussel en Charleroi) tussen 2009 en 2023. Nooit waren de fijnstofconcentraties in de 4 stedelijke achtergrondmeetplaatsen zo laag als in 2023. Dit was eveneens het geval in zowat alle andere meetstations.

 

De reden voor de gunstige langetermijntrend is de dalende uitstoot (op Europees niveau) van zowel primair (of rechtstreeks uitgestoten) fijn stof en van de stoffen (stikstofoxiden, ammoniak en zwaveldioxide) die secundair fijn stof vormen. Net als voor NO2 zijn de gunstige weersomstandigheden in 2023 mee een verklaring voor de lage concentraties in 2023.

De huidige Europese jaargrenswaarde voor PM2.5 bedraagt 25 µg/m³. In het voorstel voor de nieuwe richtlijn van de Europese commissie wordt dit verlaagd naar 10 µg/m³ in 2030.

De  WGO-jaaradvieswaarde voor PM2.5 is 5 µg/m³. Deze jaaradvieswaarde wordt alleen bereikt in 7 landelijke meetplaatsen in Wallonië (gebied onder de Samber- en Maasvallei).
De (zeer) strenge WGO-dagadvieswaarde voor PM2.5 van 15 µg/m³ die nog maximaal 3 à 4 dagen per jaar mag overschreden worden, wordt nog nergens in het land gehaald.

Tabel met overschrijdingen fijn stof: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/fijnstof/overschrijdingen

Ozon (O3)

De zomer van 2023 werd gekenmerkt door een zeer zonnige en warme maand juni met een lange hittegolf van 10 dagen. De maanden juli en augustus waren echter zeer somber en nat.

Er waren 4 ozondagen in juni (de 12de ,13de ,16de  en 17de). Een ozondag is een dag met op minstens één meetplaats in België een overschrijding van de Europese informatiedrempel van 180 µg/m³. In juli en augustus waren er geen ozondagen. Ondanks de eerste hittegolf ooit in september waren er geen ozondagen die maand. Al bij al was 2023 een jaar met relatief weinig ozondagen.

De daling van de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische componenten (VOC) de laatste decennia op Europese schaal zorgt voor minder en minder intense ozonpieken. Het aantal ozondagen en de intensiteit van de ozonpieken neemt, bij vergelijkbare (en zelfs ongunstigere) weersomstandigheden, daardoor af .

De ozonstreefwaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens (EU richtlijn 2008/50) is 120 µg/m³ als hoogste 8-uurgemiddelde van een dag. Deze streefwaarde mag, gemiddeld over een periode van 3 jaar, niet meer dan 25 dagen overschreden worden. Het 3-jaargemiddelde in de periode 2021-2023 bleef op alle meetplaatsen onder de 25 dagen.

De advieswaarde van de WGO bedraagt 100 µg/m³ als hoogste 8-uurgemiddelde van een dag en mag per jaar slechts 3 tot 4 keer overschreden worden. Nergens in België wordt deze advieswaarde gehaald.

Tabel met overschrijdingen ozon: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/ozon/overschrijdingen

Meer info

Dit overzicht geeft op basis van de (nog niet volledig gevalideerde) meetresultaten van fijn stof, stikstofdioxide en ozon een eerste (beperkte) analyse van de luchtkwaliteit in 2023. Een uitgebreide bespreking van de luchtkwaliteit in 2023 zal beschikbaar zijn in de loop van 2024. Ook de drie gewesten publiceren dan rapporten en/of indicatoren met meer informatie, ook voor andere dan de hierboven beschreven polluenten.

Meer info over de trends van luchtvervuiling in België, zie jaarrapport luchtkwaliteit in België 2022: https://www.irceline.be/nl/documentatie/publicaties/jaarrapporten/jaarrapport-luchtkwaliteit-in-belgie-2022/view

De evolutie van de luchtkwaliteit in Vlaanderen (VMM): https://www.vmm.be/lucht/evolutie-luchtkwaliteit/hoe-evolueert-de-luchtkwaliteit-in-vlaanderen

De evolutie van de luchtkwaliteit in Wallonië (AWAC/ISSeP): https://www.wallonair.be/fr/publications/12-qualite-de-l-air-ambiant/4-wallonie-rapports-annuels.html

De evolutie van de luchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Leefmilieu Brussel): https://document.environnement.brussels/opac_css/index.php?lvl=notice_display&id=13025